Vandaag wonen we een week in ons nieuwe huis. En het is het weekje wel geweest. Hoe vaak we al gehoord hebben dat we geen beste week gekozen hebben om naar Kerry te verhuizen… ontelbaar. Afgelopen woensdag hebben we een storm meegemaakt zoals ik ze nog niet gezien had. De hele nacht had de wind het huis al geteisterd. Toen we ’s ochtends opstonden hoorden we op de radio dat het ergste nog ging komen.

Tussen twaalf en twee zou het echt los gaan. Er werd een weeralarm afgegeven, dat bepaald geen loos alarm bleek. Vanaf elf uur begon de wind rond het huis te huilen en zagen we regelmatig allerlei grote objecten voorbij vliegen. In ons buurtje ging het eigenlijk lang goed. Terwijl we uit allerlei hoeken hoorden dat straten ontoegankelijk waren en de stroom uitgevallen was, was er bij ons verder nog niet veel aan de hand.

Slecht weer Ierse stijl

Maar om één uur was het onze beurt: de elektriciteit viel uit. Niets meer. Nu is het huis goed geïsoleerd en was het niet heel erg koud, dus de warmte zou niet zo heel snel een probleem zijn. Wat wel lastig was is dat ons kooktoestel, zoals hier vrijwel overal, elektrisch is. Eten maken werd daardoor lastig. En aangezien we nog maar twee dagen in het huis woonden, waren we hier nog niet echt op ingericht. We hadden wel onze watervoorraden en kaarsen, maar een nood-kookinrichting ontbrak. Maar goed, het is niet alsof je er iets aan kunt veranderen, dus we zaten het gewoon maar uit. Ik had net voor het uitvallen van de elektriciteit een grote pot thee gezet, die hadden we lekker binnen.

Aan het einde van de middag was de storm behoorlijk gaan liggen en zijn we op pad gegaan. We wisten dat het dichtstbijzijnde dorp onbereikbaar was, dus gingen we naar de grotere plaats die een kwartier de andere kant op lag. We moesten een aantal keren omkeren vanwege omgevallen bomen, maar uiteindelijk vonden we een weg waar we alleen een keer om een boom heen moesten slalommen. Met een klein oponthoud kwamen we in Killarney aan. Al in de dorpen voor Killarney bleek men stroom te hebben, dus de kans dat we een eetgelegenheid zouden vinden was vrij groot.

Hoe je gewone dingen weer op waarde leert schatten

En we hebben inderdaad heerlijk gegeten, een onverwacht genoegen op een gewone woensdagavond. Op de terugweg hebben we nog hout en aanmaakblokjes gekocht. Voor het geval dat we het koud zouden krijgen. Eenmaal thuis hebben we bij kaarslicht zitten pesten. Met een trui aan was het helemaal niet koud. Eigenlijk was het heel gezellig zo. Om negen uur hoorden we opeens muziek. De radio was weer aan. We hadden weer stroom. We juichten en dansten door de kamer. Acht uur geen stroom, een minimale ontbering, maar wat was het fijn om weer alles te kunnen doen.

De volgende dag werd de schade pas goed duidelijk. En hoeveel geluk wij hadden dat alles het deed bij ons. Vrijwel alles, donderdag overdag hebben we nog zonder water gezeten. Onze vrienden hadden noch stroom noch water en zouden dat pas vrijdagavond weer krijgen. Terwijl ik dit schrijf zijn er op het Dingle schiereiland nog volop huizen die zonder voorzieningen zitten. Dat we vrijdag er nog een kleine storm overheen kregen, hielp natuurlijk niet. Vanochtend sprak ik de postbode die me vertelde dat hij zo´n storm niet had meegemaakt sinds 1979. Volgens hem waren we er statistisch gezien dus voorlopig weer klaar mee. Ik heb maar niet gezegd dat statistieken niet helemaal zo werken. Je wilt niet meteen bekend staan als die zwartkijker uit Holland. Daarbij hoop ik dat hij gelijk heeft en we vanaf nu dit soort meteorologische ongein achter ons kunnen laten.

En we gaan los!

We hebben de afgelopen dagen al een voorproefje gekregen van hoe het hier kan zijn. Het zonnetje scheen, de vogels kwetterden er op los. Onze eigen roodborstjes en kwikstaartjes liepen in de modder te pikken naar al het lekkers dat door de regen naar boven was gekomen. Zaterdagmiddag hebben we onze eerste muziekmarathon meegemaakt. In de lokale pub kwamen van noen tot middernacht muzikanten van heinde en ver om met elkaar te spelen. Om een grote tafel schoof de één na de ander aan. Iemand zette een deuntje in en de rest deed mee. Kinderen kregen de kans om te laten zien wat ze geleerd hadden. Het niveau maakte niet uit, iedereen kreeg een daverend applaus. De mooist was het als iemand in het publiek a capella een lied inzette en de rest tijdens het refrein bijviel. Tegen het einde van de middag wist Bear het zeker: hij wil leren gitaar spelen. Nu heeft hij voorheen al zeker geweten dat hij wilde leren de viool, de djembé en de drums te spelen, dus we zijn erg benieuwd. Ondertussen gaan we op zoek naar een muziekschool. En een dansschool, een theatergroep, een schouting groep, een judoclub, een creaclub én iemand die Daniël’s drumstel mee kan nemen hierheen, want Peluche wil drumles.

O ja, als alles meewerkt hebben we over twee a drie weken internet aan huis. Duurt nog even. Dus als ik een beetje stilletjes ben, dan weten jullie waardoor dit komt.

Spreekt dit je aan? Deel deze pagina met je netwerk, zodat mijn werk nog meer mensen bereikt! Bij voorbaat dank…

You're not allowed copy content without my permission. Contact me if you want to use my content.